Een Grieks Epos

Veel mensen hebben vooroordelen over Griekenland. En dan met name over de bewoners van die 100.000 eilandjes. Zo zouden het luie, luidruchtige, Griekse wijn zuipende èn woest behaarde mediteraniers zijn. Nu heb ik geen idee of hier iets van waar is, maar dat laatste kan ik in ieder geval met zekerheid ontkrachten. Ik ken namelijk niet geheel ontoevallig een semi-bekende Nijmegenaar met Griekse “roots” die al zeker 15 jaar met een haarloze coup door het leven gaat.

Begrijp me niet verkeerd, ik heb best wel een bepaald soort respect voor dat volkje. Met hun denkers, wetenschap, democratie en het alfabet verdienen ze inderdaad wel een beetje credit. Maar, eerlijkheid gebiedt te zeggen: af en toe slaat die “Icariaanse hoogmoed” om in een fantasie die zijn weerga niet kent.

Neem nou die mythologie van ze. Zelden zijn er mensen erin geslaagd om verhalen te bedenken waar zèlfs J.R.R. Tolkien van zou zeggen dat ’t allemaal wel erg ver gezocht is.

Die Zeus-gast heeft bijvoorbeeld gewoon 12 koters rondlopen, een waslijst aan overspelige escapades en een incestueus-verleden waar zelfs de katholieke kerk nog een puntje aan kan zuigen. En dan heb ik ’t nog niet eens over al die knetterwauze transformatie fabels naar een narcis of wakker worden met een kapsel van giftige slangen.

Maargoed, terug naar dat Indo-Europese volk met hun onnavolgbare taaltje en die knettergekke letters.

Tegenwoordig kan je dus niet meer over straat zonder met de geur van gyros, tzatziki of ouzo om je oren geslagen te worden. Het lijkt wel of ze tegenwoordig op iedere straathoek zitten…

En ik weet niet of je ook wel eens binnen bent geweest bij zo’n tentje, maar schijnbaar komt de creativiteit van de gemiddelde restaurateur niet verder dan de volgende herkenbare punten:

Het begint al bij de voordeur, waar je door die zenuwachtige bouzouki-muziek verwelkomt wordt. Vervolgens hangen ze te pas en te onpas zo’n Atlas van die eilandjes aan de muur. (Alsof je godverdomme ieder moment een topografische overhoring kan krijgen). Èn lijkt het erop alsof in iedere toko een beeldenstorm van Akropolistische proporties heeft moeten doorstaan. In letterlijk geen enkel restaurant met een blauw-witte vlag boven de deur, kan je je kont niet keren zonder over een kitscherig beeld zonder armen te flikkeren. Maargoed.. Het eten is smaakt prima en die Mythos tikken altijd lekker weg!

Ohja en nog 5 dikke vette tips voor als je de volgende keer trek hebt in een souvlaki, sirtaki of hoe ze dat daar ook noemen:

1)  Jeroen Dijsselbloem is te allen tijden een lul! (Probeer daarom dit gespreksonderwerp koste wat kost te vermijden)
2) Verwar een Griek nooit met een Turk.
3) “Op z’n Grieks-grappen” worden niet gewaardeerd.
4) En met borden gooien hebben ze ook liever niet.
5) Maar wat je ook doet, ga ab-so-luut NIET in discussie over voetbal! Want sinds Angelos Charisteas in 2004 die bal erin kopte zijn ze écht gaan geloven dat ze kunnen ballen.

Στην υγεία μας φίλοι!